De meeste mensen staan er niet bewust bij stil hoeveel apparaten er tegelijkertijd op één groep zijn aangesloten. Zolang alles naar behoren werkt, heb je hier immers geen omkijken naar. Toch komt het geregeld voor dat er plotseling problemen ontstaan in de groepenkast. Bijvoorbeeld omdat er meer elektronische apparaten in huis zijn gekomen of omdat de gezinssamenstelling is veranderd.
Bij het aansluiten van nieuwe inbouwapparatuur wordt hier vaak wel rekening mee gehouden, maar bij het kopen van losse elektronische apparaten niet. Deze worden zonder nadenken op het elektriciteitsnetwerk aangesloten. Er zit echter wel degelijk een maximum aan het aantal apparaten dat je op één groep kunt aansluiten. Wanneer je hier geen rekening mee houdt, kunnen er vervelende situaties ontstaan. Ben jij op zoek naar nieuwe groepenkasten en ben je benieuwd hoeveel groepen er minimaal nodig zijn? Dan geven wij een aantal tips.
Risico’s bij te weinig groepen
Wanneer je wilt besparen op de aanschaf van een groepenkast zal je al snel zien dat minder groepen ook voor minder hoge kosten zorgt. Minder groepen betekent immers minder werk voor de monteur. Maar dit is geen reden om daarom te bezuinigen op het aantal groepen in huis. Een gemiddeld Nederlands gezin heeft minimaal 6 tot 8 groepen in huis. Vaak nog veel meer. Wanneer je hier ruim onder gaat zitten is de kans groot dat je tekort komt. Maar wat betekent dit eigenlijk? Met welke risico’s heb je dan te maken en hoe herken je een tekort aan groepen? Wij zetten de belangrijkste risico’s voor jou op een rijtje:
- Op één groep staat een maximaal vermogen. De elektriciteit binnen deze groep mag dus verdeeld worden totdat het maximaal vermogen is bereikt. Hierbij geldt wel dat je een stofzuiger en een grootverbruiker bijvoorbeeld op één groep mag zetten, maar dat deze tegelijkertijd niet gebruikt kunnen worden. Als je dat wel doet, is de kans groot dat er problemen ontstaan en dat de groep telkens geheel uitschakelt.
- De maximale belasting van een groep is ongeveer 3500 Watt. Over het algemeen geldt dat je alle grootverbruikers op een aparte groep moet aansluiten. Natuurlijk verschillen de problemen die je ervaart, als je meerdere verbruikers op één groep zet, per situatie. Vaak ontstaat er namelijk pas echt een probleem als allebei de apparaten tegelijkertijd hun piekvermogen bereiken. In dat geval is er sprake van overbelasting en zal de zekering ingrijpen. Hierdoor schakelt de gehele groep uit. Dit is nodig omdat er anders kortsluiting of zelfs brand kan ontstaan.
Hoeveel groepen heb ik nodig?
Ben je toe aan een nieuwe groepenkast of ervaar je bovenstaande problemen en wil je je huidige meterkast uitbreiden? Dan is het natuurlijk allereerst belangrijk om de hoeveelheid groepen te bepalen. Dit doe je meestal op basis van het aantal grootverbruikers en elektronische apparaten in huis, maar ook aan de hand van de grootte van de woning en gezinssamenstelling. Een gezin van 4 zal immers logischerwijs meer elektriciteit verbruiken dan een gezin van 2. Kom je er echt niet uit? Schakel dan een elektricien in en bespreek samen met hem hoeveel groepen er nodig zijn. Zo weet je zeker dat de groepen naar behoren zullen werken.
